Corine Vreugdenhil koestert elk kind

Corine Vreugdenhil
Corine Vreugdenhil met de aansprekende poster van Pleegzorg.

Corine Vreugdenhil koos er bewust voor thuis te zijn voor haar kinderen. De oudste is inmiddels het huis uit en de overige twee gaan ook steeds meer hun eigen weg. “Ik zorg erg graag voor kinderen en dat was er mede de reden van dat we ons verdiepten in het werk van Pleegzorg.”
Toen haar eigen kinderen wat ouder werden ging Corine oppassen op de
peuters van andere ouders in het dorp. “We waren ook vier maal gastgezin voor de Armeense kinderen die tot vorig jaar eens in het jaar naar Berkel en Rodenrijs kwamen. Het was steeds weer erg leuk om te zien hoe je eigen kinderen daarop reageren. Hoe ze ervaren dat er meer is dan het eigen beschermde milieu en dat vonden we een groot pluspunt. Op een gegeven moment zag ik een advertentie staan met een groot hart en daarbij de pakkende tekst ‘We zoeken een hart met wat ruimte’. Deze bleek van Pleegzorg en dat zette ons aan het denken. Samen met mijn echtgenoot volgde ik – na eerst uitgebreid informatie ingewonnen te hebben – een cursus, waarin precies uit de doeken werd gedaan wat Pleegzorg is, hoe men werkt en wat er van pleegouders wordt verwacht. Centraal daarin stond de vraag ‘Wie zorgt er voor een kind als ouders dat ‘even’ niet kunnen?’ en de diverse vormen van Pleegzorg.”

Leeftijdskeuze
Pleegouders nemen tijdelijk de opvoeding en verzorging van een kind over van de ouders. Hoe lang een kind in een pleeggezin woont is afhankelijk van verschillende factoren. Soms is dat slechts enkele dagen, maar het kan ook langer duren.
“Er zijn verschillende vormen van pleegzorg. Soms is een kind gebaat bij een rustperiode; even weg van de problemen thuis. Plaatsing in een weekend- of vakantiepleeggezin kan dan uitkomst bieden. Een kind dat plotseling uit huis geplaatst moet worden gaat naar een crisispleeggezin, waarna gekeken wordt wat de beste vervolgoplossing is. Is er meer tijd nodig voordat een kind weer thuis kan wonen dan wordt gekozen voor pleegzorg voor kortere tijd (die kan variëren van een paar maanden tot enkele jaren). Zijn er geen vooruitzichten dat een kind weer thuis kan wonen, dan kan men kiezen voor pleegzorg voor langere tijd.” Corine koos voor een bepaalde leeftijdsgroep. “Wij kozen voor de kleintjes: tussen 0 en 4 jaar. Ik ben de hele dag thuis, dus ik kan ze alle aandacht geven.”

Crisis
De familie Vreugdenhil gaf aan zich te willen inzetten als crisisopvang.
“Dat is in eerste instantie kortdurend. In de tijd dat het kind uit huis is geplaatst worden plannen gemaakt en wordt bekeken of het kind weer terug kan. Als besloten wordt dat het niet snel terug kan wordt er een pleegzorggezin voor langere tijd benaderd.” Het eerste kindje kwam ruim twee jaar geleden en inmiddels heeft Corine het vijfde kindje welkom geheten in het gezin.
“De maximale tijd dat hier een kindje woonde was acht maanden. Je houdt altijd in je achterhoofd dat ze weer weg gaan, maar je kunt in die periode veel voor ze betekenen. Ze blijven zolang het nodig is en tot er een definitieve plek is gevonden.” Crisisopvang betekent ook, dat het voor kan komen dat er nu wordt gebeld en dat er over twee uur een kindje wordt gebracht. “Daar kies je voor. Het is altijd één kindje, maar er valt over te praten als het bijvoorbeeld twee kinderen uit eenzelfde gezin zijn. Alles is bespreekbaar, want Pleegzorg is erg zuinig op de contacten. Is een kindje weer weg, dan kun je als gezin zelf aangeven wanneer je met elkaar weer toe bent aan een volgend kindje; dat beslis je dus helemaal zelf.”

Verantwoordelijk
In de Pleegzorg blijven de eigen ouders altijd de eindverantwoording houden voor hun kinderen. “Staan ze onder toezicht, dan is de gezinsvoogd verantwoordelijk. Dat is dus iets anders dan adoptie. Bij adoptie worden mensen de wettelijke ouders van een kind met wie zij geen bloedverwantschap hebben. Een kind wordt dan juridisch familie van de adoptieouders. Dat wordt een pleegkind nooit. Een pleegkind heeft de leeftijd tussen de 0 en 18 jaar en brengt altijd een eigen achtergrond mee. Maar net als alle andere kinderen gaan ze naar school, willen ze graag spelen en zich welkom voelen.”