C. Vreugdenhil Internationaal Transport viert 25-jarig jubileum

Alex, Jeroen, Marlene en Marc
Een trotse familie Vreugdenhil,
v.l.n.r.: Alex Vreugdenhil (N X ar.3), Jeroen Mostert (N X ar.2),
Marlene Mostert-Vreugdenhil (N X ar.2) en  Marc Vreugdenhil (N X ar.1)

In april 1988 ging Cees Vreugdenhil in Poeldijk, na ervaring bij Van Spronsen Transport, van start met eigen transport van groenten, fruit en bloemen. Na het overlijden van Cees in 2002 stonden kinderen Marc, Alex en Marlene er alleen voor. Samen met het team kwamen ze echter deze moeilijke periode door en groeiden ze in de loop der jaren gecontroleerd verder. “Toen pa was overleden, hebben we een heftige tijd doorgemaakt, maar volgende week vieren we ons 25-jarig jubileum”, zegt Marc Vreugdenhil, die samen met zijn broer Alex, zwager Jeroen Mostert en zus Marlene de directie over het bedrijf voert.

In de loop der jaren zijn de activiteiten van het transportbedrijf flink uitgebreid. Een mijlpaal was toch wel de verhuizing naar het transportcentrum Coldenhove in Maasdijk, waar het de beschikking kreeg over een ruime opslag met onder meer vijf koelcellen met een totale capaciteit van 1200 pallets. Het wagenpark van de transporteur bestaat inmiddels uit 70 trailers. “Maar groei is geen doel op zich, maar was noodzakelijk omdat onze klanten ook groeiden. Ook richting de toekomst vind ik het veel belangrijker om de continuïteit vast te houden, zodat we gezond blijven”, vertelt Marc Vreugdenhil.

c_vreugdenhil_transport_005Sinds de start van het bedrijf ligt de focus op het transport van en naar Frankrijk en Zweden. “Onze vader deed dat al bij Van Spronsen Transport en daar hebben we op voortgeborduurd”, vertelt Marc. “In Zweden rijden we tot net boven Stockholm en verder komen we in heel Frankrijk. In de loop der jaren hebben we ons echt ontwikkeld tot een Parijs-specialist. Voor transportbegrippen zijn dat relatief korte afstanden. Daarom houden wij ons niet bezig met intermodale vervoersprojecten. Klanten kunnen ons tot 18.00 uur ’s middags bellen om hun transport op te geven. Krijg dat per schip of trein maar eens voor elkaar!”

Marlene ervaart het werk met haar man en broers als een groot voordeel. “We hebben allemaal ons eigen specialisme en karakter, maar hebben wel hetzelfde doel voor ogen. Ook hebben we, in het bijzonder na het overlijden van onze vader, heel erg veel steun ervaren van onze collega’s. Daar hebben we veel aan te danken gehad. Wij kunnen met zijn vieren de tent niet runnen, maar hebben dat kunnen doen dankzij het hele team, dat met dezelfde mentaliteit het werk doet. We hebben het bedrijf gezamenlijk voorgezet in de lijn van onze vader. Als directie staan we middenin het bedrijf en de lijntjes zijn kort. We springen net zo makkelijk zelf op de heftruck. Wel is er in de loop der jaren veel meer planmatigheid en systemen in het bedrijf gekomen, met dank aan Alex, die een universitaire studie heeft afgerond.”

Nog altijd werkt Vreugdenhil puur met Nederlandse chauffeurs. “We zijn gespecialiseerd in groupagevervoer en dat is toch even een andere tak van sport dan hele vrachten”, vertelt Marc. “Klanten verwachten van ons een stuk service en we denken die veel beter in te kunnen vullen met Westlandse jongens dan Oost-Europese chauffeurs die vooral inzetbaar zijn voor het simpele vervoerswerk van A naar B.”

Hoewel de crisis ook in de transportwereld behoorlijk heeft toegeslagen, is het volgens Marc voor iedere vervoerder zaak om positief ingesteld te blijven. “Klagen helpt niet. Natuurlijk staan de marges onder druk en wordt er minder geld verdiend dan een aantal jaren geleden, maar wij hebben gelukkig elk jaar nog zwarte cijfers geschreven. Wij zien zeker licht aan het einde van de tunnel.”

“We zien de toekomst dan ook met vertrouwen tegemoet”, beaamt Marlene. “Ik hoop dat als je hier over tien jaar komt, dat we nog steeds gezond zijn. Mogelijk zijn we dan nog verder meegegroeid met onze klanten, maar wel met behoud van ons hoge serviceniveau. Het belangrijkste is dat we er nog steeds plezier in hebben, want anders stoppen we er direct mee, maar tot op heden vinden we het allemaal nog veel te mooi.”